maandag 30 november 2015

Vissen onder Oostenrijkse vlag, Middelharnis tijdens de Vierde Engelse oorlog (1780-1784)

In het zojuist verschenen najaarsummer van het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis is een artikel geplaatst over de visserij van Middelharnis tijdens de roerige periode van de Vierde Engelse oorlog. De reders, boekhouders en stuurmannen vonden een creatieve oplossing om ondanks de oorlogsomstandigheden toch te kunnen vissen en te handelen in tarbot.

Samenvatting:
Middelharnis, een vissersdorp in het zuiden van Holland, had een belangrijke visafslag en was een grote leverancier van tarbot en paling voor de Engelse markt. Door de Vierde Engelse Oorlog kwam de visserij stil te liggen waardoor het dorp in de loop van 1781 tot grote armoede verviel. Om weer naar zee te kunnen werden de 32 visschuiten in 1782 aan onderdanen van de neutrale Oostenrijkse Nederlanden verkocht en werden de stuurlieden als poorter van de stad Gent ingeschreven. De visschuiten hielden Middelharnis als thuishaven. Diverse bronnen wijzen uit dat de schijnverkopen er inderdaad toe leidden dat er weer op zee gevist kon worden. Ook de tarbothandel op Londen kwam weer op gang. De reders van Middelharnis meenden hiertoe door de neutralisatie bevoegd te zijn, ook al was alle handel met Engeland streng verboden. Na de wapenstilstand tussen Frankrijk, Spanje en Engeland op 20 januari 1783 werden de schuiten direct teruggekocht door de oorspronkelijke eigenaren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Een sleutelfiguur in de transacties was Gualtherus Kolff. Hij onderhield de contacten met het Haagse circuit en regelde de formaliteiten zoals het betalen van borgsommen met de Admiraliteit op de Maas. 


Portret van Gualtherus Kolff (1711-1789) uit 1751
schilder:
 Domenicus van der Smissen (1704-1760)
bron: Beeldbank RKD.


Eerder zijn op dit weblog de families van de betrokken stuurmannen beschreven. Voor een overzicht  van de families zie de tekst van 27 januari 2015


Titel:
Marlies Jongejan. 'Vissen onder Oostenrijkse vlag, Middelharnis tijdens de Vierde Engelse oorlog (1780-1784)' in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 34(2015)2, 77-95


erratum p.80.  De ventjagers hadden daar [op de visafslag] een deposito waar de stuurlieden uit betaald kregen.
Dit moet zijn: de ventjagers kregen op basis van een vertrouwensrelatie krediet bij de visafslag. De stuurlieden kregen op vertoon van een bewijs van verkoop van de vis hun geld uitbetaald, na aftrek van het afslagrecht.


Link naar de volledige tekst van het artikel: