zaterdag 27 december 2014

Middelharnis in rouw (deel 2). Oorzaken van de hoge sterftecijfers in Middelharnis tussen tussen 1812 en 1920.

In december 2014 verscheen nummer 42 van De Ouwe Waerelt, het historisch tijdschrift voor Goeree-Overflakkee. Hierin deel 2 van het artikel 'Middelharnis in rouw', over de oorzaken van de hoge sterftecijfers in Middelharnis tussen tussen 1812 en 1920.

De zuigelingensterfte was in de negentiende eeuw erg hoog. Rond 1870 stierf een op de vijf kinderen in Middelharnis nog voor de eerste verjaardag. Het kon nog erger: in de dorpen van oostelijk Flakkee haalde een op de drie kinderen de eerste verjaardag niet. In Ouddorp daarentegen stierf "slechts" een op de tien kinderen in het eerste levensjaar. Rond de eeuwwisseling was de situatie in Middelharnis al zover verbeterd dat hier ook "nog maar" een op de tien kinderen als zuigeling overleed.
Van de kinderen die het eerste jaar overleefd hadden, stierven er alsnog veel voor hun vijfde jaar door de vele besmettelijke ziekten die op de loer lagen.
Onder volwassen vrouwen was de kraamvrouwenkoorts een beruchte doodsoorzaak. 

Veel mannen in Middelharnis zijn in de negentiende eeuw bij de uitoefening van hun beroep als visser omgekomen.

Besmet drinkwater, vervuild oppervlaktewater, verzilting, beerputten en stratendrek zorgden bij elkaar voor een ongezonde leefomgeving waar ziektekiemen welig tierden. Er werden vanaf ongeveer 1875 tal van maatregelen genomen om de openbare hygiëne te verbeteren. De angst dat er opnieuw een cholera-epidemie zou uitbreken was een belangrijke drijfveer.
Inzichten over hygiënisch omgaan met voedsel, over lichaamshygiëne en hygiëne in de huishouding drongen vanaf ongeveer 1900 meer en meer door.
De ongezonde leefomgeving veranderde geleidelijk in een gezonde leefomgeving.




Kaaidreef, de vervuilde sloot is in 1937 gedempt






M.Jongejan. Middelharnis in rouw (deel 2).  Oorzaken van de hoge sterftecijfers tussen 1812 en 1920. In: De Ouwe Waerelt, 14(2014)42,  p.2-9
Voor deel 1, zie bericht van 10 september 2014

De Ouwe Waerelt verschijnt 3x per jaar en is een uitgave van de Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee "De Motte". zie. www.demotte.nl


Link naar de volledige tekst van het artikel:

vrijdag 12 december 2014

Het bezoek van Prins Willem V aan Middelharnis op 2 juni 1781

Prins Willem V, erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden, bracht op 2 juni 1781 een bezoek aan Middelharnis. Na zijn bezoek aan Maassluis eind mei 1781 deed de Prins ook Goedereede aan en Middelharnis, waarna hij zijn reis voortzette richting Ooltgensplaat.


Prins Willem V (1748-1806)

De Burgerwacht, bestaande uit meer dan 450 mannen, stond op de Voorstraat opgesteld. Ze hadden allemaal hun eigen kleren aan, want het dorp had wel wapens gekregen maar er waren geen uniformen bijgeleverd. Wegens de oorlog met Engeland konden de vissers niet naar zee en dus hadden ze tijd om ook aan de Burgerwacht deel te nemen.

De Prins werd opgewacht door de magistraat en de kerkenraad. Op de Voorstraat werd hij langs de twee compagnieën gewapende burgers geleid, waarna hem op het raadhuis een verversing aangeboden werd. 
Zyne Hoogheid, ofschoon zeer gefatigeerd, gaf egter aldaar nog audiëntie aan de Magistraat en Kerkenraad 
Hij werd toegesproken door een van de plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders en beantwoordde de toespraak "zeer gracieus". Vervolgens werd hij naar zijn jacht geleid dat in de haven lag. De volgende ochtend vroeg vertrok hij met zijn gevolg. De stoet bestond uit vier wagens. De wagen van de prins was met vier paarden bespannen en werd geëscorteerd door een officier en twee burgers te paard. Dan volgde de wagen met de baljuw en de secretaris van Middelharnis [Lambertus en Adrianus Quirinus Kolff] en dan twee wagens met de leden van de Burger-Krijgsraad. Weer was er volk op de been, nu om de prins uitgeleide te doen. Via Ooltgenplaat zou de prins  doorreizen naar Willemstad.


Groninger courant 12 juni 1781


Gedurende het verblijf van de hoogheid hebben de vlaggen van veel vaartuigen in de haven gewaaid, van de torens van de kerk, het raadhuis en de voornaamste huizen. Alles is 
in goede orden geschikt en afgeloopen, en de Burgery over de hooge en te vooren nooit beleefde tegenwoordigheid van den geliefden Heer Erf-Stadhouder, ongemeen verheugd geweest

Uit Maassluis is bekend dat de gesprekken met de prins over de zorgwekkende toestand van de visserij gingen en dat de prins beloofde zich in te zetten voor de visserijbelangen. Bij het bezoek aan Middelharnis zijn er geen mededelingen gedaan over de inhoud van de conversatie met de prins.

De prins werd in Middelharnis in juni 1781 nog met vreugde ingehaald. Hij kwam later in het jaar 1781 steeds meer in de problemen, de kritiek op zijn functioneren nam toe. De geloofsbelijdenis van de patriotten tegen de corrupte Oranjegezinde regenten was het pamflet Aan het volk van Nederland van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Het werd in de nacht van 25 op 26 september 1781 overal verspreid. 


Literatuur:
U.J. Mijs,  Eenige bladzijden uit de geschiedenis van Middelharnis 1781-1804: verzameld uit het archief der gemeente (Sommelsdijk 1895) 


woensdag 3 december 2014

Maarten Dupree (1735-1824) , Anna Abeele (1738-1774), TrijntjeLagendijk (1735-1785) en Maria Buurman (1750-1815)

Ouders 
Maarten Marinusse Dupree is een zoon van Marinus Daniëls Dupree en Maria Maartens Slootmaker. Hij is gedoopt op 27 januari 1735 in Middelharnis.
Anna Cornelisse Abeele is een dochter van Cornelis Pietersz Abeele en Magdalena Joostens Masteluijn. De vader van Anna was stuurman (zie bericht van 3 novemer 2014). Anna is op 7 december 1738 gedoopt.
Trijntje Ariensdr Lagendijk is op 20 november 1735 in Middelharnis gedoopt.
Maria Buurman is op 9 augustus 1750 gedoopt.

Huwelijken en kinderen
Anna Abeele is op 12 maart 1771 overleden, begraven. Ze was 32 jaar oud. Uit het huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Maarten was 36 jaar toen hij op 29 december 1771 trouwde met Trijntje (Teuntje) Lagendijk. Zij was de weduwe van Huijbregt Schep en eerder weduwe van Boudewijn Pickaart.  Op 16 september 1772 is Marinus Dupree gedoopt, op 29 mei 1774 Arij Dupree en op 30 juni 1776 Jeroen. Trijntje Lagendijk is op 20 mei 1785 begraven, ze was vijftig jaar oud. 

Maarten is op zijn vijftigste jaar op 30 november 1785 hertrouwd met Maria Wouters Buurman, 35 jaar oud. Uit dit huwelijk werd een dochter Maria (1789-1818)  geboren. Zij is op 18 oktober 1789 gedoopt. Hun tweede dochter heette Johanna, zij is op 6 juni 1792 gedoopt.

Stuurman van de gaffelschuit de Prins van Orangien
Voordat hij ventjager werd was Maarten stuurman op een gaffelschuit. Zijn opvolger was Jan Bouwensz Kom. De schuit is in 1784 vergaan. Zie bericht van 8 augustus 2014.

Ventjager op de Twee Gebroeders in 1782
De ventjagersbezaanbunschuit Twee Gebroeders uit Middelharnis had als stuurman Maarten Dupree.
De schuit is onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag gaan varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog. Op 11 april 1782 is hiervoor een borg betaald (1).

Maarten Dupree in de Bataafs Franse tijd
Op 7 augustus 1804 ondertekende Maarten een brief vanuit Londen met het verzoek aan de reder Leendert van den Tol om geld over te maken. Waarschijnlijk bevond hij zich daar omdat hij zich op een gekaapte gaffelschuit bevond.(2) Zijn neef en stiefschoonzoon Marinus Haverstadt  (zie bericht van 6 januari 2016) was ook in Londen.
Daarna begon hij een handeltje in wanten. Op 31 oktober 1810 verklaarde het gemeentebestuur dat Maarten Dupree allerlei soorten Friese wanten verkocht en dat die wanten uitsluitend van inlandse wol gemaakt waren. (3) Het certificaat werd afgegeven om te voorkomen dat Maarten beschuldigd zou worden van verkoop van uit Engeland geïmporteerde waar.

Arij Dupree, stuurman op de gaffelschuit Trijntje en Neeltje in 1821
Zoon Arij werd stuurman op een gaffelschuit. De schuit ging in 1821 verloren. Zie bericht van 31 augustus 2014.


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1.  Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 29, 43 
2. idem, inv. nr. 45, 25 augustus 1804.
3. idem, inv. nr. 31, 31 oktober 1810.

Dirk van Heest (1744-1807) en Leuntje Verhage (1745-1792)

Ouders
Dirk Michielsz van Heest is een zoon van Michiel Woutersz van Heest en Maria Dirks Mente. Dirk is gedoopt op 21 april 1744 in Middelharnis.
Leuntje Gerrits Verhage is een dochter van Gerrit Adriaansz Verhage en Huibertje Joosten Pas. Ze is op 24 oktober 1745 in Middelharnis gedoopt.

Huwelijk en kinderen
Dirk en Leuntje zijn op 27 april 1766 getrouwd in Middelharnis. Ze waren 22 en 20 jaar oud.. Op 17 augustus 1767 is Machiel gedoopt, op 1 november 1769 Gerrit. Gerrit is voor 1775 overleden. Op 23 december 1770 is Huibertje gedoopt, op 13 augustus 1775 Gerrit en op 22 november 1778 Wouter. Op 24 februari 1782 is Joost gedoopt, hij is voor 1791 overleden want op 22 mei 1791 is weer een zoon met de naam Joost gedoopt.
Wouter, Gerrit en Machiel waren in 1811 visser.

Huwelijk van de kinderen
Huibertje van Heest (1770-1816) is op 1 mei 1791 getrouwd met Simon Gerritsz Stapel (1757-1826), weduwnaar van Maatje Jans Abeele. Over de ouders van Simon zie het bericht van 6 november 2014.
Gerrit van Heest (1775-1834) trouwde met Neeltje van Oostende (1778-1849).

Dirk van Heest, stuurman van De Liefde in 1782
De gaffelvisschuit De Liefde uit Middelharnis had als stuurman Dirk van Heest en als boekhouder Leendert van den Tol
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Dirk van Heest is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).

Machiel van Heest (1767-1829), stuurman onder Deense vlag in 1798
Machiel van Heest was een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die in 1798 onder Deense vlag voer. Ook zijn vader Dirk komt op deze lijst voor (3).

Onder Pruisische vlag en toch gekaapt
Machiel van Heest kreeg op 21 januari 1804 een paspoort om naar Oost-Friesland te reizen met het oog op het verkrijgen van neutrale papieren voor een gaffelschuit (2). Hij was stuurman van de Vrouw Elisabeth van den Tol. Zie bericht van 10 januari 2016.
Het schip is op 23 juni 1804 door de Engelsen gekaapt en enkele maanden later weer vrijgegeven (4). 

In 1810 is deze schuit door de Engelsen in de grond gehakt vlak voor de Maas. Wie er toen stuurman was is niet bekend (5).


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270.  Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.
2.Rechterlijk Archief Middelharnis, inventarisnummer 31, 21 januari 1804. Met signalement
3. Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

4. HCA/32/1553/3723  
5. Register A.Q. Kolff


maandag 24 november 2014

Het lot van de MD3 Anna uit Middelharnis, vergaan in 1912

Over de MD 3 Anna die in januari 1912 verging is op 22 november 2014 een boek gepresenteerd met de titel Het lot van de MD3 Anna , geschreven door Fons Grasveld. De ramp met deze sloep was de laatste scheepsramp uit de visserijgeschiedenis van Middelharnis. 

Fons Grasveld, een aangetrouwd familielid van een van de bemanningsleden, is antropoloog en documentairemaker. Zijn persoonlijke betrokkenheid en zijn interesse in kleine gemeenschappen hebben hem ertoe gebracht om de vissersgemeenschap van Middelharnis in de periode 1900-1912 te onderzoeken. Hoe de vissers leefden, wie de reders waren en wat zij voor de vissers deden, of er opvang was voor de weduwen, wat de betekenis van de visserij was voor het dorp en hoe de onderlinge verhoudingen in het Visserstraatje waren. Dit zijn de thema's die Grasveld heeft onderzocht.

Na een inleiding over Middelharnis en de visserij is een hoofdstuk gewijd aan het Vissersstraatje waarin de huisjes zelf en het dagelijks leven worden beschreven. De zeevisserij en het leven aan boord komen vervolgens aan bod. Dan volgt de scheepsbiografie van de Anna en het hoofdstuk over de scheepsramp zelf. De omstandigheden van de zeven weduwen van de bemanningsleden en de nazorg voor de gezinnen worden beschreven. Hiervoor is informatie uit interviews met nabestaanden gebruikt.
In een bijlage staan de bewoners van de Vissersstraat per huisje vermeld. Een tweede bijlage is gewijd aan de sloepen van het visseizoen 1910-1911. Bijlage 3 geeft een overzicht van de schippers van het seizoen 1910-1911 met vermelding van hun loopbaan als schipper. Ook de verdiensten van de rederijen Kolff en Slis staan in een bijlage, evenals een cijfermatig overzicht van het Vissersfonds.

Het boek is goed gedocumenteerd en bevat veel bekende en onbekende foto's van schepen en bemanningsleden. Het lot van de MD 3 Anna is een rijke informatiebron over de nadagen van de visserij van Middelharnis en een waardig gedenkteken voor de bemanning van de MD3 Anna.







Fons Grasveld. Het lot van de MD3 Anna. Met medewerking van Jan van de Voort. Hilversum 2014

ISBN: 978 90 8155 740 5 , prijs 19,50.
Het boek is o.a. verkrijgbaar via de webshop www.akershoek.nl , het boek is ook verkrijgbaar via www.md3anna.nl.

Op dit weblog zijn gegevens te vinden over de bemanningsleden en hun familiegeschiedenis via deze link
De bemanning van de MD3 Anna


In het Eilanden-nieuws van 6 november 2015 is een ingezonden stuk van Fons Grasveld geplaatst waarin hij de vragen formuleert die bij hem leven over de opheffing van het Vissersfonds. De titel luidt: Wat is er gebeurd met het kapitaal van het Vissersfonds Middelharnis.

Op 17 maart 2017 heeft Fons Grasveld de Hoogendijkprijs in ontvangst mogen nemen voor zijn boek. De prijs bestaat uit een oorkonde en een bedrag van 1500 gulden. De prijs is genoemd naar de firma Hoogendijk die vanaf de 18e eeuw in Vlaardingen actief was in visserij en vishandel. Deze firma sponsort de prijs die een keer per twee jaar wordt uitgereikt. 

vrijdag 21 november 2014

Cornelis van Eck (1741- )

Ouders
Cornelis Jacobsz van Eck is een zoon van Jacob Flore van Eck en Lena Cornelis Kattestaart. Hij is gedoopt op 25 juni 1741 in Middelharnis.

Cornelis is waarschijnlijk ongehuwd gebleven.

Krelis van Eck, stuurman van de  Leendert en Margrieta in 1782
De bezaanvisschuit Leendert en Margrieta uit Middelharnis had als stuurman Krelis (Cornelis)  van Eck en als boekhouder Jacob Visser.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Cornelis van Eck (Krelis van Ech) is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).



Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje.

1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270.  Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.

maandag 17 november 2014

Corstiaan Wafelbakker (1755-1832) en Lena Blok (1756-1826)

Ouders
Corstiaan Marinusse Wafelbakker is een zoon van Marinus Arens Wafelbakker en Anna Corstiaans Vinck. Hij is gedoopt op 6 april 1755 in Middelharnis. Aren Wafelbakker (geboren 1753) was een broer van Corstiaan, hij was ook stuurman. Aren was gehuwd met Maatje van de Rovaart, dochter van ventjager Hendrik van de Rovaart.
Lena Jobse Blok is een dochter van Job Arens Blok en Neeltje Leenderts Verhoven. Ze is op 26 september 1756 gedoopt in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen
Corstiaan en Lena zijn getrouwd op 1 juli 1778, ze waren 23 en 21 jaar oud, Op 31 januari 1779 is Marinus gedoopt, hij is kort na de geboorte overleden. Op 5 november 1780 is weer een zoon met de naam Marinus gedoopt. Anna is op 18 september 1785 gedoopt, ook zij is jong overleden, want op 18 mei 1788 is weer een dochter met de naam Anna gedoopt. Job Wafelbakker is op 17 juli 1791 gedoopt. Neeltje is op 9 juli 1796 gedoopt en jong overleden. Op 9 januari 1800 is nog een dochter met de naam Neeltje geboren.

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van De Gans in 1782
De gaffelvisschuit De Gans uit Middelharnis had als stuurman Corstiaan Wafelbakker en als boekhouder Jacob Alebeek.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Corstiaan Wafelbakker is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Aren Wafelbakker, stuurman van het Welvaren van Brugge in 1782
In 1782 lag nog een gaffelschuit op stapel op de werf in Sommelsdijk. Deze schuit werd verkocht op 16 oktober 1782. De naam van de schuit was Het Welvaren van Brugge, boekhouder Leendert van den Tol, stuurman Aren Wafelbakker. De koper was Jacobus Gijsbertus van der Gronden. Hij had inmiddels domicilie in Brugge gekozen, vandaar de toepasselijke scheepsnaam.(2)


Aren Wafelbakker, stuurman onder Deense vlag
Aren Wafelbakker was in 1798 een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die onder Deense vlag voer (5).

Diefstal op de schuit van Corstiaan Wafelbakker in 1791
In de nacht van 23 op 24 maart 1791 heeft de twintigjarige matroos Marinus Maartense Vlasblom ingebroken op de visschuit van Corstiaan Wafelbakker die in de haven lag. In het vooronder haalde hij uit de broekzak van Mattheus Jansz Koote een zakje met geld. Mattheus lag met het andere scheepsvolk te slapen. Een van de vissers schrok wakker en riep dat er een dief in de boot zat. Marinus Vlasblom bekende en gaf het geld terug dat hij had willen gebruiken om naar de herberg te gaan. Tijdens het verhoor bekende hij ook nog de diefstal van een zilveren horloge bij een koffie- en theehuis in Sommelsdijk. Marinus moest met stenen en geselroeden door de straten lopen en veertien dagen op water en brood in de gijzelkamer doorbrengen (3).

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van een damschuit
Corstiaan stapte over van de visserij naar de binnenvaart, waarschijnlijk daartoe gedwongen door de moeilijkheden die de visserij in de Franse tijd ondervond.Op 19 september 1801 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit Job en Anna. Op 18 november 1809 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit (4) Jonge Neeltje aan zijn zoon. De namen van de drie kinderen vinden we in de scheepsnamen terug.

Job Wafelbakker (1791-1868)
De zoon van Corstiaan en Lena werd al vroeg schipper. Ten tijde van zijn huwelijk op 9 september 1812 met Neeltje de Reus uit Oud-Beijerland (ze waren jong, 21 en 19 jaar oud), was hij 'batelier', dat wil zeggen veerman of binnenschipper. In 1809, op zijn achttiende jaar, was Job Wafelbakker de schipper van een poonschip, een scheepstype dat als vrachtschip of beurtschip in gebruik was. In de Koninklijke Courant van 11 december 1809 de vermelding dat het schip te koop is. Het is verbeurd verklaard omdat er smokkelwaar is aangetroffen. Job werd vervolgens schipper/eigenaar van de damschuit van zijn vader.


Koninklijke Courant, 11 december 1809





Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17. RA 29,24 september 1784.
3, Jan Both.Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621 - 1811. Middelharnis 2001
Deels verschenen als feuilleton in Eilanden-nieuws september 2000 - maart 2001. (link verwijst naar PDF op de website van de Streekarchief Goeree-Overflakkee). 
4.Naam voor schepen die in hun afmetingen beperkt werden door de aanwezigheid van een bepaalde sluis in het gebruikelijke vaargebied van deze schepen
5.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

vrijdag 14 november 2014

Mattheus Smit (1752-1821) en Anna Abeele (1755-1834)

Ouders
Mattheus Jacobsz Smit is een zoon van Jacob Hendriksz Smit en Lena Arens Witvliet. Hij is gedoopt op 25 oktober 1752 in Middelharnis.
Anna Jans Abeele is een dochter van Jan Willemsz Abeele en Jannetje Pas.Haar vader was ook stuurman. Zie over haar ouders het bericht van 4 november 2014. Anna is gedoopt op 9 november 1755 in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen
Het huwelijk van Mattheus en Anna was op 18 maart 1777. Ze waren 24 en 21 jaar oud. Op 8 maart 1777 is Lena gedoopt, op 22 mei 1785 Jannetje en op 14 september 1796 Jan.

Mattheus Smit, stuurman van de Sint Michiel in 1782
De bezaanvisschuit Sint Michiel uit Middelharnis had als stuurman Mattheus Smit en als boekhouder Lambertus Kolff.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Mattheus Smit is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent onder de naam Mattheus Hendriks. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Jan Smit (1796-1864), Adriaantje de Bruin en Annetje Witvliet.
Jan, zoon van Mattheus, was in 1835 havenmeester van beroep. Hij trouwde met Adriaantje de Bruin die jong overleed. Zijn tweede huwelijk was in 1835 met Annetje Witvliet, de weduwe van Arend van den Nieuwendijk. Arend is in 1828 omgekomen met de scheepsramp van de Catharina Elisabeth. Zie bericht van 6 januari 2014.

Onder Deense vlag
In 1798 was Mattheus Smit een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die onder Deense vlag voer (4).

Onder Pruisische vlag en toch gekaapt
In januari 1804 ging Mattheus Smit onder Pruisische vlag varen. Hij kreeg een paspoort om naar Emden te reizen (2). Op 23 juni 1804 werd de gaffelschuit Jonge Maria, stuurman Mattheus Smit, door de Engelsen gekaapt. Het schip is prijs verklaard en geveild (5).

Cornelis Smit (1760-1843).
Cornelis Jacobs Smit was een jongere broer van Mattheus.Ook hij werd stuurman. Cornelis is op 25 februari 1784 getrouwd met stuurmansdochter Lijntje Thomas Visser.
Op 23 februari 1805 legden  de stuurlieden Tomas Bastiaansz Visser, Simon Stapel, Cornelis Smit en Aren van der Waal, allen stuurlieden van zogenaamde ‘Schokkers-visschuiten’ (?) vaarende van deeze plaats een verklaring af.(3). 

Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inventarisnummer 31, 21 januari 1804. Met signalement
3.idem, 23 februari 1805 en inv. nr. 45.
4.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798
5. HCA/32/1513/3136

woensdag 12 november 2014

Jacob van den Bogaart (1733-1803) , Jannetje Stierman (1736-1758) en Lena Boshof

Ouders
Jacob Jacobsz van den Bogaart (ook wel Bogaerdt, Bogert en varianten) is een zoon van Jacob Jacobsz Bogaart en Lijsbeth Leendertse van Heest. Jacob is op 8 maart 1733 in Middelharnis gedoopt. Jacob was een broer van Arend van de Bogaart (1737-1778) die in december 1778 omgekomen is toen zijn schuit vergaan is (zie bericht van 13 februari 2014). Tegen zijn broer Leendert, geboren in 1727, werd in 1797 een proces gevoerd (1).

Jannetje Lievense Stierman is op 19 augustus 1736 in Middelharnis gedoopt. Dochter van Lieven Arensz Stierman en Maatje Pieters Hoogesin. 


Huwelijk en kinderen
Jacob en Maatje zijn op 11 januari 1755 in Middelharnis getrouwd, ze waren 21 en 18 jaar oud. Jannetje is op 22-jarige leeftijd overleden, vermoedelijk bij de geboorte van Jacob. Ze is begraven op 29 oktober 1758. Zoon Jacob is op 10 maart 1759 gedoopt (2).
Jacob is op 16 maart 1761 hertrouwd met Lena Boshof, geboren in Sommelsdijk. Jacob was toen 28. Op 12 januari 1762 is Martijntje gedoopt (3) op 28 augustus 1763 Pieter, op 29 maart 1767 Leendert en op 4 februari 1773 Elisabeth.

Jacob van den Bogaert, stuurman van de Jonge Anna in 1782
Jacob was stuurman van de bezaanvisschuit  De Jonge Anna, boekhouder Leendert van den Tol.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Jacob Vandenbogaert is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent (4). Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog

Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje

1. Jan Both. Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621 - 1811. Middelharnis 2001
Deels verschenen als feuilleton in Eilanden-nieuws september 2000 - maart 2001. (link verwijst naar PDF op de website van de Streekarchief Goeree-Overflakkee). Het betrof onzedelijke handelingen jegens een meisje van dertien jaar.
2. Een zoon van Jacob was Jan van den Bogaard. Hij is in 1828 verdronken toen de boot van stuurman Jan van de Roovaard omsloeg. Zie bericht van 5 juli 2014
3. Martijntje trouwde met timmerman Jan Quirinius Oschman. Zie bericht van 5 december 2013. Oschman is in 1812 in de gevangenis in Ütrecht overleden. Martijntje is op 11 mei 1815 hertrouwd met Marinus Trommel.
4. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270

donderdag 6 november 2014

Gerrit Stapel (1731-1801) en Maatje Stapel (1733- )

Ouders
Gerrit Jacobsz Stapel is een zoon van Jacob Tijse Stapel en Jannetje Gerrits Pijl. Hij is op 25 februari 1731 in Middelharnis gedoopt.
Maatje Simons Stapel is een dochter van Simon Ariens Stapel en Maria Bestmanse Kattestaart. Ze is op 15 januari 1733 in Middelharnis gedoopt.
Haar broer Cornelis Simonszn Stapel is gedoopt op 23 januari 1730. Hij was stuurman.

Huwelijk en kinderen
Gerrit en Maatje zijn op 21 februari 1754 in Middelharnis getrouwd, ze waren 22 en 21 jaar oud, Op 20 oktober 1754 werd Jacob gedoopt, op 15 januari 1757 Simon, op 21 oktober 1759 Mattheus, op 18 juli 1762 Arie, op 9 september 1764 Jannetje, op 19 april 1767 Arent en op 23 december 1770 Maria.
Van Jacob, Mattheus en Arie is geen overlijdensdatum bekend, zij zijn vermoedelijk jong overleden.

Huwelijk van de kinderen
Simon is op 7 november 1784 met Maatje Jans Abeele getrouwd. Haar vader was stuurman (zie het bericht van 4 november 2014). Maatje is op 9 augustus 1787 begraven. Simon is in 1791 met Huibertje van Heest getrouwd, dochter van Dirk van Heest, ook een stuurman.
Jannetje trouwde in 1787 met Bastiaan Cornelisz Langbroek, een zoon van Cornelis Gleijnse Langbroek die in 1762 verdronken is toen zijn schuit is vergaan (zie bericht van 15 januari 2014).
Maria trouwde in 1791 met Arij Pietersz Jongejan (bericht van 31 juli 2013).
Arent trouwde in 1795 met Adriaantje Smit, dochter van Leendert Smit en Lena Dubbeld.

Cornelis, Gerrit en Simon Stapel, stuurlieden in 1782
Cornelis Stapel, de broer van Maatje, zwager van Gerrit, was stuurman op bezaanvisschuit Jonge Maria, boekhouder Jacob Visser,
Gerrit Stapel was stuurman van de gaffelvisschuit De Jonge Jan, boekhouder Gerrit Jonker. Jonker was schepen in Sommelsdijk.
Simon Stapel was stuurman van de bezaanvisschuit Jonge Anthonija, boekhouder Jacob Alebeek.
De drie schuiten zijn op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Gerrit (Gerard) en Simon Stapel zijn op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). 
Simon Stapel was met 25 jaar de jongste van de groep van 26 stuurlieden die zich in Gent lieten inschrijven.

Gerrit Stapel in Londen in 1787
Om de belangen van de tarbotvissers van Middelharnis in Londen te bepleiten werd gebruik gemaakt van de diensten van twee Engelse kooplieden genaamd Edgley en Peirce. Zij declareerden hun onkosten bij Lambertus Kolff. Het geld dat ze tegoed hadden werd betaald uit de opbrengst een lading tarbot die Gerrit Stapel in Londen op de markt bracht. Hij betaalde de kooplieden op 27 juli 1787. Edgley schreef vervolgens een briefje waarin hij stelt dat "Harry Staple" 36 pond, drie schellingen en zes penningen betaald moet krijgen (2)
In 1789 was Gerrit stuurman van de Martha en Maria (3) Op deze schuit was Arent in 1799 stuurman (3).


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Marco Kuiper. Vissers en ventjagers, 57.
3. 1789: Boedelscheiding Jacobus Nipius die 1/32 part in deze schuit had. 1799: Boedelscheiding Cornelis Pietersz Abeele die 1/32 portie in deze schuit had. Bron: Weeskamer.



dinsdag 4 november 2014

Maarten Leeflang (1745-1810), Willemtje Abeele (1751- ) en Willemtje Missel (1768-1832)

Ouders
Maarten Cornelisz Leeflang is een zoon van Cornelis Maartensz Leeflang en Aletta Imansdr Bette. Cornelis Maartensz komt uit een agrarische omgeving, hij is in 1706 in Zevenhuizen geboren en trouwde in 1731 in Dirksland met de aldaar geboren Aletta Bette.
De oudste broer van Maarten heette Pleunis (1736-1784). Pleunis was gehuwd met Neeltje Janse Kok en in 1778 stuurman van de ventjagersbezaanbunschuit De Jonge Catharina. Zus Marijtje (1739- ) trouwde met een visser: Laurens Samuelsz Kalle (1735-1819). Zus Jannetje (1743-1813) trouwde in 1766 met Pieter Maartensz Abeele (1745-  ). Margje (1757-1813) trouwde in 1771 met Joost Pietersz Boeter, stuurman van de ventjagersbezaanbunschuit De Jonge Cornelis.
Maarten Leeflang is op 10 juli 1745 in Middelharnis gedoopt.

Willemtje Leendertsz Abeele is een dochter van Leendert Leendertsz Abeele en Annetje (Antje) Wessels Kortbeek (Kortbeck). Willemtje is op 22 augustus 1751 in Middelharnis gedoopt, 
Annetje Wesseldr Kortbeek is een dochter van Wessel Kortbeeck (geboren in Gendringen) en Fijken Wensinck (geboren in Dixperloo).

Huwelijk en kinderen
Op 4 april 1773 trouwde Maarten met Willemtje Abeele. Ze waren 27 en 21 jaar oud. Op 20 maart 1774 is Aletta gedoopt, op 17 september 1775 Annetje en op 2 februari 1780 Cornelis. Willemtje is overleden tussen 1780 en 1791.
Op 12 juni 1791 is Maarten met Willemtje Pieterse Missel getrouwd, een dochter van Pieter Jillisse Missel en Arendje Willems van Heest. Ze waren 45 en 22 jaar oud ten tijde van het huwelijk. Willemtje is gedoopt op 23 september 1768. Maarten Leeflang en Willemtje Missel kregen een dochter met de naam Arentje, gedoopt 6 januari 1798. Arentje was 21 jaar toen ze in 1819 overleed.


Maarten Leeflang, stuurman van De Voogel in 1782
Maarten was stuurman van de gaffelvisschuit de Voogel, boekhouder Leendert van den Tol.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Maarten Leeflang is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). 

Onder Papenburgse vlag in 1804
In 1804 ging Maarten Leeflang net als de andere stuurlieden uit Middelharnis onder neutrale vlag varen. Ondanks de Papenburgse vlag werd de gaffelschuit van Maarten Leeflang, de Jonge Arentje, in juni 1804 door een Engels fregat gekaapt. De schuit is vrijgegeven nadat de Prize Court  had geoordeeld dat de kaping onrechtmatig was (2).

Overlijden van Maarten Leeflang
In 1810, het overlijdensjaar van Maarten, is een aantal scheepsparten verhandeld waaruit blijkt dat de laatste schuit waar hij op voer de Jonge Arentje was (zie lijst bij bericht van 25 maart 2014). Deze gaffelvisschuit is genoemd naar zijn dochter die in 1798 geboren is.

Huwelijk van Aletta Leeflang
Aletta trouwde in 1794 met Leendert Buurveld. Leendert is in 1813 bij een scheepsramp omgekomen evenals vermoedelijk hun zoon Chieljam. Willem Buurveld, een zoon van Leendert en Aletta, verdronk in 1828. Zie bericht van 16 januari 2014.

Willemtje Missel hertrouwd
Na het overlijden van Maarten op 16 augustus 1810 is Willemtje in 1821 hertrouwd met Jan Cornelisz Buurveld (1769-1843).



Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem en van Cor Koene, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. National Archives. High Court of Admiralty. HCA32/1513/3133

Jan Abeele (1732-1806) en Jannetje Pas (1731-1806)

Ouders
Jan Willemsz Abeele is een zoon van Willem Jansz Abeele en Anna Hendriks Bouwens. Jan is op 1 juni 1732 in Middelharnis gedoopt.
Jannetje Pas is een dochter van Joost Arens Pas en Aaghje Cornelisdr Wafelbakker. Jannetje is op 6 augustus 1731 in Middelharnis gedoopt.

Huwelijk en kinderen
Jan en Jannetje zijn op 26 januari 1755 getrouwd, ze waren 22 en 23 jaar oud. Op 9 november 1755 is Anna gedoopt, op 9 juli 1758 Aagtje, op 21 juni 1761 Maatje. De kinderen die daarna geboren werden zijn vermoedelijk jong overleden: Willem en Willemtje, een tweeling uit 1764 en Elisabeth (1767). Joost is op 4 juni 1775 geboren en Pieter in 1776. Ook Pieter is waarschijnlijk jong overleden.

Huwelijk van de kinderen
Anna Abeele trouwde in 1777 met Mattheus Smit, stuurman. Zie bericht van 14 november 2014.
Aagtje trouwde in 1780 met Willem de Bloeme (1755-1830), zoon van Jan Cornelisz de Bloeme en Ingetje Jacobsdr Kabos. 
Maatje trouwde in 1784 met Simon Stapel, stuurman. Maatje is overleden in 1787. Zie bericht van 6 november 2014.
Joost trouwde in 1802 met Teuntje de Bloeme (1775-1843), dochter van Aren Jansz de Bloeme en Gerritje Bastiaandr Weeda

Jan Abeele, stuurman van Den Bruinvis in 1782
De gaffelvisschuit Den Bruinvis uit Middelharnis had als stuurman Jan Abeele en als boekhouder Andries Vink.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Jan Abeele is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). Ook schoonzoon Mattheus Smit en aanstaande schoonzoon Simon Stapel behoorden tot de groep van 26 stuurlieden die poorter van Gent werden.





Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270


Gijsbert Muije (1730-1811), Arentje Pas (...) en Klaartje Pas (1732- )

Ouders
Gijsbert Cornelisz Muije is een zoon van Cornelis Gijsbertsz Muije en Aagje Cornelis Koningh. Hij is op 3 december 1730 in Middelharnis gedoopt.
Arentje Pas is een dochter van Joost Pas. Zij is voor 1759 overleden.
Klaartje Janse Pas is een dochter van Jan Hendriksz Pas en Neeltje Michiels Coninck. Ze is op 31 augustus 1732 in Middelharnis gedoopt. Jan Hendriks Pas was visser, hij is in juni 1757 omgekomen (zie bericht van 2 augustus 2014).


Huwelijk en kinderen
Klaartje en Gijsbert gingen in ondertrouw op 1 april 1759. Ze waren 26 en 28 jaar oud. Op 25 mei 1760 werd Jan Muije gedoopt.

Gijsbert Muije, stuurman van de Alida en Lidia in 1782
De gaffelvisschuit Alida en Lidia uit Middelharnis had als stuurman Gijsbert Muije en als boekhouder Gerrit Jonker. Jonker was schepen in Sommelsdijk.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Gijsbert Muije (gespeld als Menije) is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Jan Muije
De zoon van Gijsbert en Klaartje werd ook stuurman. Zijn schuit is in oktober 1791 vergaan waarbij Jan hoogstwaarschijnlijk zelf ook omgekomen is. Zie bericht van 13 januari 2014.

Gijsbert Muije, stuurman onder Deense vlag
Gijsbert Muije was een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die in 1798 onder Deense vlag voer (2).

Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

Gerrit Onderdelinden (1743-1826) en Grietje Abeele (1743-1785)

Ouders
Gerrit Gijsbertsz Onderdelinden is een zoon van Gijsbert Gerritse Onderdelinden en Maria Gerritse Hakkelaar. Hij is gedoopt op 24 maart 1743.
Grietje Cornelisse Abeele is een dochter van Cornelis Pietersz Abeele en Magdalena Joostens Masteluijn. Zie het vorige bericht. Grietje is op 19 mei 1743 in Middelharnis gedoopt.

Huwelijk en kinderen
Gerrit en Grietje trouwden op 12 oktober 1766. Ze waren allebei 23 jaar oud. Op 8 oktober 1767 werd Lena geboren, op 25 november 1769 Cornelis. Op 31 juli 1774 werd Gijsbert gedoopt en op 2 juli 1780 Magdalena.

Huwelijk van de kinderen
Lena trouwde in 1790 met Maarten Abeele, een zoon van Pieter Abeele en Jannetje Leeflang. Ze zijn naar Zierikzee vertrokken rond 1820, zie bericht van 26 mei 2014.
Cornelis is in 1792 met Wouterina Bogerman getrouwd, dochter van Job Bogerman en Jannetje Gijze. In 1821 trouwde hij met Jannetje Stapel, dochter van Cornelis Stapel en Jannetje van Eik. Zie de berichten van 7 augustus 2013 en 5 december 2013,
Over Gijsbert ontbreken de gegevens.
Magdalena is in 1803 met Johannes Trommel (1779-1847) getrouwd, een zoon van Abraham Trommel en Jannetje Krijger. Johannes was in 1811 visser. Magdalena is in 1850 in Kralingen overleden. Johannes was hier in 1847 overleden.

Gerrit Onderdelinden, stuurman van de Willem en Elizabeth  in 1782
De bezaanvisschuit Willem en Elizabeth uit Middelharnis had als stuurman Gerrit Onderdelinden en als boekhouder Leendert van den Tol.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Gerrit Onderdelinden is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Stuurman onder Deense vlag in 1798
Gerrit Gijsbertsz Onderdelinden was een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die in 1798 de Deense vlag voerde (4).

Stuurman van de Jonge Lena en Magdalena
In 1791 was Gerrit Onderdelinden stuurman van de gaffelschuit de Jonge Lena en Magdalena, genoemd naar zijn beide dochters. Ook in 1793 en 1805 staat hij als stuurman van deze schuit vermeldt. Op 15 februari 1805 verkocht hij 1/8 part in deze schuit (2).

Cornelis Gerrits Onderdelinden, stuurman onder Pruisische vlag en toch gekaaptDe zoon van Gerrit was een van de stuurlieden die in 1804 onder Pruisische vlag ging varen. Hij was stuurman van de Goede Verwagting. De schuit is op 3 mei 1804 door de Engelsen gekaapt en tot goede prijs verklaard (5), Het schip is in Engeland geveild.
In 1806 was Cornelis stuurman van de gaffelschuit Adriana (2).


Kaping van de Jonge Lena en Magdalena
Deze schuit is in het voorjaar van 1810 door de Engelsen gekaapt. Wie er op dat moment stuurman was is niet bekend (3). 


in 't voorjaar 1810 is voorsz visschuyt door een Engelse kaper genomen, in de grond gehakt en 't volk overgezet en na huys gezonden


Genealogische gegevens afkomstig van genealogie Onderdelinden op Rijerkerk.net, bewerkt voor Arjaentje





1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. RAM 18, klapper.
3. J. Verseput. Van Visschershaven naar jachthaven. p.27.
4.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798
5. 
HCA32/1462/2399

maandag 3 november 2014

Cornelis Abeele (1715-1798) en Magdalena Masteluijn (1738-1770)

Ouders
Cornelis Pietersz Abeele is een zoon van Pieter Jansz Abeele en Anna Cornelisse Smeerdijk. Cornelis is op 8 december 1715 in Middelharnis gedoopt.
Magdalena Joostens Masteluijn is een dochter van Joost Pietersz Masteluijn en Lijsbeth Jans Rijke. Ze is op 9 augustus 1716 in Middelharnis gedoopt.

Huwelijk en kinderen
Cornelis en Magdalena zijn op 9 april 1738 getrouwd, ze waren 22 en 21 jaar oud. Op 7 december 1738 werd Anna gedoopt, op 21 mei 1741 Elizabeth (Lijsbeth), Grietje op 19 mei 1743, 23 december 1746 Jannetje, 30 november 1749 Joost, 28 mei 1752 Pieter.  Op 10 juli 1755 werd opnieuw een zoon met de naam Joost gedoopt.

Huwelijk van de kinderen
Anna trouwde in 1760 met Maarten Marinusse Dupree, de vader van Arij Dupree (zie bericht van 31 augustus 2014). Elizabeth trouwde in 1762 met Jan Pietersz van der Sloot en Grietje in 1766 met Gerrit Gijsberts Onderdelinden, Jannetje in 1772 met Jan Boudewijnsz Kom en in 1786 met Herman Coenraadsz Koert, Joost trouwde in 1778 met Jannetje Teunis Stapel. Pieter is waarschijnlijk jong overleden.
Joost Abeele en Jannetje Stapel zijn de ouders van Teunis Abeele die in 1810 is omgekomen, zie bericht van 3 januari 2014.

Cornelis Abeele, stuurman van de Prins van Oranje
Cornelis Abeele wordt vermeld als stuurman van de visschuit Prins van Oranje. Daarna werd zijn schoonzoon Maarten Dupree stuurman op deze schuit. Maarten Dupree deed de schuit over aan zijn zwager Jan Kom en werd zelf ventjager. De  Prins van Oranje is in 1784 met man en muis vergaan (zie bericht van 8 augustus 2014).

Cornelis en Joost Abeele, stuurlieden in 1782
Cornelis was stuurman van de bezaanvisschuit De Arke, boekhouder David van der Vlugt. Joost Abeele was stuurman van de gaffelvisschuit Adriana, boekhouder Jacob Visser. 
De schuiten zijn op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Cornelis en Joost Abeele zijn op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). Cornelis Abeele was met 66 jaar de oudste van de groep van 26 stuurlieden die in Gent ingeschreven werden
Ook de schoonzoons Gerrit Onderdelinden en Jan Kom behoorden tot deze groep, evenals de latere schoonzoon Herman Koert.

Joost Abeele, stuurman onder Deense vlag
Joost Abeele was een van de 29 stuurlieden die in 1798 onder Deense vlag voer (2).
Hij was stuurman van de gaffelvisschuit Adriana.

Bij het overlijden van Cornelis Pietersz Abeele in 1798
Op 3 mei 1799 werd – in hun functie als weesmeesters – aan Schoutamptbewaarder en Scheepenen van Middelharnis de inventaris en de akte van scheiding en deling overgelegd van de boedel van Cornelis Pietersz Abeele, overleden op 24 december 1798 op de leeftijd van 83 jaar. Daarin wordt onder meer vermeld:
Tot deezen Boedel gehooren de navolgende Portien in Gaffelvisschuijten, met alle derzelver ankers, kabels, zeijlen, touwen en verdere toebehooren, alle van deeze plaats gevoerd wordende, te weeten:
 Een agtste en een vierenzestigste portie in de Adriana, Stuurman Joost Abeele
 Een agtste part in de Lena en Magdalena, stuurman Gerrit Onderdelinde
 Een zestiende part in de Vrouwe Jacoba Geertruijda, stuurman Cornelis Sloot


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2..Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9, verklaring van de stuurlieden van 25 juni 1798.

Herman Koert (1746-1817) , Cornelia Buurveld (1745-1781) en Jannetje Abeele (1746-1826)

Ouders
Herman Koert of Coert is een zoon van Coenraad Hermans Coert en Klaartje Cornelis Pas. Hij is op 10 juli 1746 in Middelharnis gedoopt.
Cornelia Jacobze Buurveld  was de eerste vrouw van Herman Koert. Ze is een dochter van Jacob Buurveld. (Jacob Cornelisz Buurveld en Marijtje Klaas Buijtendijk (?). Cornelia is gedoopt op 25 december 1745 in Middelharnis.
Jannetje Abeele  was de tweede vrouw van Herman Koert, dochter van Cornelis Pietersz Abeele en Magdalena Joostens Masteluijn. Jannetje is op 23 december 1746 gedoopt in Middelharnis. 

Huwelijk en kinderen
Het huwelijk van Herman en Cornelia was op 12 april 1772 in Middelharnis. Ze waren 25 en 26 jaar oud. Op 28 mei 1775 werd Coenraad gedoopt, Gerritje op 19 oktober 1777 en Klaartje op 7 november 1779. Cornelia Buurveld is op 13 januari 1781 begraven (gaardersarchief).
Op 26 maart 1786 is Herman getrouwd met Jannetje Abeele. Ze waren allebei 39 jaar oud. Jannetje was eerder getrouwd met stuurman Jan Bouwen Kom, die in 1784 omgekomen is. Ze had twee kinderen: Trijntje en Bouwen. Zie bericht in het blogarchief van 9 augustus 2014.
Herman en Jannetje kregen samen een dochter die Klaartje heette, gedoopt op 22 april 1787.

Herman Koert, stuurman van de Juffrouw Cornelia in 1782
De gaffelvisschuit Juffrouw Cornelia uit Middelharnis had als stuurman Herman Koert en als boekhouder David van der Vlugt.
De schuit  is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Herman Koert is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).

Stuurman van de Goede Verwachting in 1798
Herman Koert was ook in 1798 nog stuurman van een gaffelvisschuit: De Goede Verwachting. In 1798 voer hij onder Deense vlag ten einde de Franse blokkade van export naar Groot-Brittannië te omzeilen (2). Zijn schoonvader, Cornelis Pietersz Abeele, bezat 1/16 aandeel in deze schuit.

Onder Pruisische vlag
In januari 1804 ging Herman Koert onder Pruisische vlag varen. Hij kreeg een paspoort om naar Emden te reizen (3). Hij was stuurman op de gaffelschuit Twee gebroeders.


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Vermelding in Amsterdamse courant  22 maart 1798. Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798
3. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr. 31, 21 januari 1804. Met signalement